Tierra de Castilla

Tierra de Castilla

In 1999 verkreeg deze wijnstreek de aanduiding I.G.P. (Indicación Geográfica Protegida); deze aanduiding staat een tree lager dan de D.O. (Denominación de Origen) aanduiding. Op zich is een aanduiding niet maatgevend voor de kwaliteit van de in een wijnstreek geproduceerde wijn. In het algemeen zijn de regels in een I.G.P. wat losser dan in een D.O., met name waar het betreft de druivenrassen waarmee geproduceerd mag worden. In een D.O. wordt vaak voorgeschreven dat slechts twee of drie druivenrassen mogen worden gebruikt; in La Rioja bijvoorbeeld is dat, voor rode wijn, beperkt tot Tempranillo, Garnacha en Graciano. In Tierra de Castilla is men wat ruimhartiger en staat men toe dat rode wijnen gemaakt worden met een groot aantal variëteiten waaronder bekende druivenrassen als Cabernet Sauvignon, Petit Verdot, Merlot, Syrah en Tempranillo maar ook de wat minder bekende druivenrassen als Bobal, Crujidera en Negral. Witte wijnen mogen geproduceerd worden van bekende druivenrassen zoals Chardonnay en Sauvignon Blanc, maar ook van minder bekende druiven zoals de Airèn, Malvar en Pardillo. Dat maakt de wijnen van deze streek zo interessant omdat de wijnmakers als ware alchemisten de ruimte krijgen om mooie en verrassende blends te maken door verschillende druivenrassen te combineren.

Het wijngebied omvat in feite de hele autonome regio Castilla-La Mancha in het midden van het Iberisch schiereiland. De autonome regio heeft een oppervlakte van 79.463 km² en is daarmee bijna twee keer zo groot als Nederland (41.453 km²). Het landschap is gevarieerd en omvat zowel de grote hoogvlakte La Meseta als de Montes de Toledo. Diverse belangrijke rivieren lopen door Castilla-La Mancha, zoals de Taag en de Guadalquivir die in de Atlantische Oceaan uitmonden en de Júcar en de Segura die in de Middellandse Zee uitmonden.

De wijnstreek behoort met een oppervlakte van ruim 700.000 hectare tot de grootste wijnstreken van Europa en produceert ruim de helft van de nationale wijnproductie.

Klimaat

Deze streek heeft een echt landklimaat en dat betekent grote temperatuurverschillen, zowel tussen de seizoenen als tussen dag en nacht. In de zomer zijn temperaturen van 40°C geen uitzondering en in de winter kan het vriezen. De wijngaarden liggen in de regel tussen 500 en 700 meter hoogte en dit draagt verder bij aan de temperatuurverschillen. Kortom, het leven van een wijnstok in deze streek is niet eenvoudig.